A Burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat
Gebeurtenissen
Perzische oorlogen (490 - 449 v.chr.)
De gebruikelijke benaming (de Grieken spraken van ta Mèdika = de Medische oorlogen)reeks conflicten tussen Perzië en de vrije Griekse stadsstaten zijn de Perzische oorlogen. Aanleiding was Athene's hulp aan de tegen de Perzen in opstand gekomen Grieken in Klein Azië. Bij Marathon (490 v.chr.), Salamis (480 v.chr.) en Plataeae (479 v.chr.) werden de Perzen verslagen.
In 499 v.Chr. probeerde de Klein Aziatische Grieken de Perzische tirannen te verjagen. Dit mislukte echter. De Perzen wonen op land en op zee.
Koning Darius 1 organiseerde in 492 v.Chr. een strafexpeditie tegen Athene. Athene had namelijk geholpen bij de poging om de Perzen te verjagen.
De Perzen lande in Marathon (Attica) via de zee. Maar de Perzen verloren van de Atheense hoplieten.
Xerxes opvolger van Darius probeerde het 10 jaar later weer.
De vloot van Perzie diende als bevoorrading van de grondtroepen.
De Spartaanse hoplieten hielden de Perzische troepen lang genoeg op afstand, zodat de Griekse schepen de vloot van de Perzen kon onderscheppen en vernietigen. Nu waren de troepen niet meer ondersteund en deden de Grieken de rest. Dit gebeurde onder leiding van een Spartaanse regent genaamd Pausanias.
Personen
Clisthenes ( 510)
Clisthenes voltooide ca. 508 v.C. in Athene de democratische staatsvorm door de feitelijke staatsmacht in handen te leggen van de volksvergadering (ecclesia).
Hij was lid van de Alcmeonidische familie een aristocratische Atheense familie.
Hij was in 508 het meest succesrijk, doordat hij het volk, demos, in zijn aanhang opnam.
Dit betekende dat hij de demos (volk) politieke macht moest geven en daartoe de macht van de aristocratie verder moest verkleinen.
Clisthenes deed dat en was grondlegger van de Atheense democratie.
Door hem werd de demos van mannelijke burgers de ruggengraat van het staatsbestel en en van het leger, dat een burgerleger werd.
Clisthenes deelde het grondgebied van de Atheense polis in 10 districten Fylen genaamd.
De Fylen bestonden zelf elk uit 3 tríttyës ( een kust trittyes, een binnenland trittyes en een stads trittyes)
De kleinste eenheid was de deme , een dorp of stadswijk.
Uit fyle werden 50 mannen aangewezen die zitting kregen in de raad van 500 (boule).
Per fyle werd een groslijst opgesteld, waar de 50 per loting werden gekozen. De zitting was een jaar, je kon maximaal een keer herkozen worden De raad had dagelijks bestuur en bereidde agenda en besluiten van de volksvergadering (ekklesia) voor.
Wetsvoorstel van boule was niet bindend, de volksvergadering had recht van amendement.
Socrates (468-399)
Bestrijd sofisten → Socrates meende dat wetten verankerd waren in zedelijke normen en trachtte deze op te sporen door te vragen naar de definitie en de inhoud van begrippen, zoals wijsheid en vroomheid.
Hij vroeg op straat aan mensen, werd als sofist veroordeeld tot de gifbeker, informatie vooral door leerlingen, Plato en Xenophon.
Plato (427-347)
Filosofie → Alles op aarde een afschaduwing van grondtype in een hogere wereld, menselijke ziel bestaat voor de geboorte en heeft kennis van ideai, bij geboorte gekerkerd in stoffelijk omhulsel en verliest kennis, door grondige studie gedeeltelijk terug.
Zijn gedacht te over de Ideale staat: de staat moet bestaan uit filosofen, wachters en werkers
In 390 stichtte hij de academie. Zijn volgelingen werden academici genoemd.
Leerling van Plato, hij geloofde niet in de wereld der ideai, alles op aarde is logisch in soorten en categorieën te ordenen door eigenschappen en kwaliteiten te analyseren. Schreef over formele logica, natuur,poëzie en proza, menselijke gedragsnormen en de staatkunde.
Zijn staatsideaal was een gemengde → aristocratie en democratie, een sterke middengroep is van belang.
Koning van Macedonië vanaf 336, veroverde Perzische rijk.
Sloeg een opstand van de Griekse stadstaten neer → vertrok met Macedonische leger en hulptroepen naar Klein-Azie → versloeg daar, Perzisch satrapenleger, bevrijdde Griekse steden aan westkant van Klein-Azie → versloeg Perzische hoofdmacht onderleiding van Darius III → nam Fenicische steden in→ langs de kust van Egypte met open armen ontvangen → na centrum Perzisch rijk → liet zich kronen als koning van Azië → nam Babylon, Susa en Persepolis in → ook oosterse satrapieën werden onderworpen.
Voelde zich opvolger Perzische koningen en gedroeg zich ook zo.
Pericles (495--429)
Hij werd geboren in Athene in een hooggeplaatste en rijke familie.
Zijn vader Xanthippus was een staatsman en zijn moeder, Agariste was lid van de machtige Alcamaeonid familie.
Pericles werd zelf beroemd in de lente van 472, toen hij het koot trainde van Aeschylus’
toneelstuk “de Perzen”.
Pericles werd eerst gekozen tot strateeg of generaal, in 458.
Generaals werden om het jaar gekozen, om de strategie te bedenken en de strategie uit te voeren die noodzakelijk was om de zaken te leiden van de dingen thuis en in het buitenland.
Pericles won de herverkiezingen regelmatig voor ongeveer 30 jaren.
In een tijdperk van koningen en tirannen als regeerders, werd zijn politiek het plaatsen van de staat in de handen van de burgers onder de regel van de wet.
De partij maakte de wetten, de raad van 500 legde ze ten uitvoer, en rechtsbanken veroordeelden de degenen die de wetten overtraden.
Rond 451, werd een die de Atheens burgerschap verbood voor diegenen van Atheense afkomst, aan weerskant doorgevoerd met de steun van Pericles.
Rond deze periode was de oorlog met de Perzen geëindigd. (encaerta)
Vlotvoogd van Athene, streefde naar Atheense hegemonie over Griekenland → conflict met Sparta → bouwde muren om Athene havenstad Piraeus→ expansionisme naar buiten toe → democratisch gezindheid naar binnen toe. (boek)
Ontwikkelingen
Ontwikkelingen van politieke systemen in stadstaten
Verschijnselen
Carthago:
Fenicische kolonie in Noord –Afrika in het huidige Tunesië.
Werd in de 8e of 9e eeuw v CHR gesticht vanuit de stad Tyrus.
Werd vernietigd door de Romeinen in 146 v CHR wat aanstoot gaf tot de Punische oorlogen.
Hellenisme:
De periode van de dood van Alexander de Grote (323 v Chr.) tot het begin van het Romeinse rijk ( 31 v Chr.)
Gedurende deze periode regeerde een aantal Hellenistische en Griekse Dynastieën het gebied van Griekenland tot aan het noorden van India.
Ontstaan doordat Alexander de Grote een gebied veroverde van Griekenland tot aan India.
Er ontstond een Griekse cultuur met oosterse invloeden en oosterse culturen namen Griekse aspecten over.
Herodutus:
Hij was de vader van de geschiedenis. Hij leefde circa 485-425 en was afkomstig uit Hilicarnassus. Hij schreef historiën over de Perzische oorlogen. Het conflict tussen Azië en Europa. En de voorgeschiedenis hiervan. Tevens behandelde hij de zeden, gewoonten en geschiedenis van allerlei volkeren en staten in Azië en Griekenland. Hij overwoog zijn informatie kritisch om zo alleen de waarheid en niet de mythen te vermelden.
Orakel van Delphi:
In de griekse stad Delphi stond een tempel voor de Griekse god Apollo.
Vanuit heel Griekenland kwamen de Grieken daar naar toe om allerlei vragen te stellen.
Je stelde een vraag en gaf een geschenk.
De priesters brachten een zieneres in extase en luisterden goed naar haar geluiden
Daarin zat de boodschap van de god, dachten zij.
Zij zetten deze boodschap vervolgens om in poëtische meestal meerduidige formules, en gaven die aan de klant.
Het orakel van Delphi werd door talrijke Griekse steden geraadpleegd aan de vooravond van een belangrijke onderneming, zoals het stichten van een kolonie of het hervormen van een staatsregeling.
Daardoor hadden de priesters van Delphi grote politieke invloed.
Griekse Goden:
De Griekse godsdienst heeft een aantal eigenschappen die wij ook bij de oud oosterse godsdiensten zien.
De godsdienst was polytheïstisch; de goden waren, vooral sinds Homerus, antromorph: er was geen officieel dogma; riten speelden een grote rol in het scheppemn van een goede verhouding tot de goden; elke god had haar eigen beschermgodheid, die zijn tempel op de akropolis had.
De opvattingen over het hiernamaals vertoonden veel overeenstemming met de Mesopotamische opvatting van een schimmig en somber dodenrijk.
Afwijkend hiervan was de stroming van het Orfisme.
De term orfisme is afgeleid van een set Orfische literatuur, toegeschreven aan de mythische zanger Orpheus de zoon van Apollo.
Het Orfisme ging uit van een scheiding tussen lichaam en ziel, waarbij het lichaam gold als een kerker van de ziel, die zich door de dood via de nodige reïncarnatie, ascese en reinigingsrituelen aan het lichaam kon ontworstelen.
Deze scheiding tussen de ziel en het lichaam heeft invloed uitgeofend op de filosofen Pythagoras en Plato.
De Griekse godenwereld zoals die in de mythologie en beeldhouwkunst werd afgebeeld, was vooral een creatie van Homerus.
De goden waren grote, mooie, sterke, onsterfelijke mannen en vrouwen met de goede en slechte eigenschappen van mensen.
In de Trojaanse oorlog strden zij aan beide kanten mee.
De bekendste goden waren de oppergod Zeus, een dondergod, die met de andere goden troonde op de berg Olympus en zijn voornaamste heiligdom in Olympia had , waar de olympische spelen gevierd werden.
Hij was de beschermheer van recht en wet.
Zijn was vrouw Hera, beschermvrouwe van het huwelijk
Zijn dochter was Athena, de godin van de listige strijd en ambacht.
Apollo was de god van licht, orde en verstand.
Zijn orakel in Delphi trok velen.
Dionysus was de onstuimige god van de wijn, de roes en de wilde levenskracht in de natuur.
De andere belangrijke god was Poseidon.
Hij was de broer van Zeus en god van de zee, de aardbevingen en van de paarden.
In zijn hand heeft hij de drietand daarmee maakt hij zeestormen.
Demeter is de godin van het graan.
Haar verdriet om het verlies van haar dochter bracht de winter.
De terugkeer van haar dochter bracht het voorjaar.
Aphrodite is de godin van de schoonheid en van de liefde..
Zij ontving de gouden appel van Paris, en dit leidde de Trojaanse oorlog.
Verder waren er nog vele andere goden.